verschrijft
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verschrijft (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·schrijft
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verschrijven |
verschrijft
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verschrijven
- Jij verschrijft.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verschrijven
- Hij verschrijft.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verschrijven
- Verschrijft!