verorbert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·or·bert

Werkwoord

vervoeging van
verorberen

verorbert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verorberen
    • Jij verorbert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verorberen
    • Hij verorbert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verorberen
    • Verorbert!