verorbert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·or·bert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verorberen |
verorbert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verorberen
- Jij verorbert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verorberen
- Hij verorbert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verorberen
- Verorbert!