veroorloof
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: veroorloof (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·oor·loof
Werkwoord
vervoeging van |
---|
veroorloven |
veroorloof
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van veroorloven
- Ik veroorloof.
- gebiedende wijs van veroorloven
- Veroorloof!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van veroorloven
- Veroorloof je?