verlummelt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verlummelt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·lum·melt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verlummelen |
verlummelt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verlummelen
- Jij verlummelt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verlummelen
- Hij verlummelt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verlummelen
- Verlummelt!