verkneuteren

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  verkneuteren    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ver·kneu·te·ren

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van kneuteren met het voorvoegsel ver-

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
verkneuteren	verkneuterde	verkneuterd
zwak -d	volledig

Werkwoord

verkneuteren

1. wederkerend zich ~: verkneukelen

Gangbaarheid

• Het woord verkneuteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verkneuteren" herkend door:

91 %	van de Nederlanders;
70 %	van de Vlamingen.