verklungelt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verklungelt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·klun·gelt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verklungelen |
verklungelt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verklungelen
- Jij verklungelt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verklungelen
- Hij verklungelt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verklungelen
- Verklungelt!