verkleinde
Uiterlijk
- Geluid: verkleinde (hulp, bestand)
- ver·klein·de
vervoeging van |
---|
verkleinen |
verkleinde
- enkelvoud verleden tijd van verkleinen
- Ik verkleinde.
- Jij verkleinde.
- Hij, zij, het verkleinde.
- Ik verkleinde.
- verbogen vorm van verkleind, voltooid deelwoord van verkleinen