verklapt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·klapt
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van verklappen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
verklappen

verklapt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verklappen
    • Jij verklapt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verklappen
    • Hij verklapt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verklappen
    • Verklapt! 
vervoeging van: verklappen…
verbogen vorm: verklapte

verklapt

  1. voltooid deelwoord van verklappen