verhoornt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·hoornt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verhoornen |
verhoornt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verhoornen
- Jij verhoornt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verhoornen
- Hij verhoornt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verhoornen
- Verhoornt!