verhelpt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·helpt

Werkwoord

vervoeging van
verhelpen

verhelpt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verhelpen
    • Jij verhelpt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verhelpen
    • Hij verhelpt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verhelpen
    • Verhelpt!