vergiftigt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·gif·tigt

Werkwoord

vervoeging van
vergiftigen

vergiftigt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vergiftigen
    • Jij vergiftigt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vergiftigen
    • Hij vergiftigt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vergiftigen
    • Vergiftigt!