vergewisten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·ge·wis·ten

Werkwoord

vervoeging van
vergewissen

vergewisten

  1. meervoud verleden tijd van  zich vergewissen
    • Wij vergewisten ons. 
    • Jullie vergewisten je. 
    • Zij vergewisten zich.