verfilmt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·filmt

Werkwoord

vervoeging van
verfilmen

verfilmt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verfilmen
    • Jij verfilmt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verfilmen
    • Hij verfilmt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verfilmen
    • Verfilmt!