verdroeg
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·droeg
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verdragen |
verdroeg
- enkelvoud verleden tijd van verdragen
- Ik verdroeg.
- Jij verdroeg.
- Hij, zij, het verdroeg.
- Ik verdroeg.