verdient

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·dient

Werkwoord

vervoeging van
verdienen

verdient

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdienen
    • Jij verdient. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdienen
    • Hij verdient. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verdienen
    • Verdient! 
     Toen ik mijn tienjarige zoon vroeg wat hij ervan vond dat ik zo lang weg zou zijn, antwoordde hij: ‘Geen idee, dat weet ik toch pas als je weg bent?’ Grappig vond ik zijn opmerking over het motief van mijn reis: ‘Wat is het nut van je wandeling? Je bereikt en verdient er niks mee.’ Mijn vijftienjarige dochter reageerde net als mijn vrouw pragmatisch en recht door zee.[1]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia