verbouwereert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·bou·we·reert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verbouwereren |
verbouwereert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbouwereren
- Jij verbouwereert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbouwereren
- Hij verbouwereert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verbouwereren
- Verbouwereert!
Gangbaarheid
- Het woord verbouwereert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.