veralgemeniseer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·al·ge·me·ni·seer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
veralgemeniseren |
veralgemeniseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van veralgemeniseren
- Ik veralgemeniseer.
- gebiedende wijs van veralgemeniseren
- Veralgemeniseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van veralgemeniseren
- Veralgemeniseer je?