veraanschouwelijkt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·aan·schou·we·lijkt
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
veraanschouwelijken

veraanschouwelijkt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van veraanschouwelijken
    • Jij veraanschouwelijkt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van veraanschouwelijken
    • Hij veraanschouwelijkt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van veraanschouwelijken
    • Veraanschouwelijkt! 
vervoeging van: veraanschouwelijken…
verbogen vorm: veraanschouwelijkte

veraanschouwelijkt

  1. voltooid deelwoord van veraanschouwelijken

Gangbaarheid