Naar inhoud springen

vasthou

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 4 jun 2017 om 21:31 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *vast·hou {{-verb-|0}} {{1ps-bijz|vasthoud...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • vast·hou
vervoeging van
vasthouden

vasthou

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vasthouden
    • ... dat ik vasthou.