valuteerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: valuteerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- va·lu·teer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
valuteren |
valuteerden
- meervoud verleden tijd van valuteren
- Wij valuteerden.
- Jullie valuteerden.
- Zij valuteerden.
- Wij valuteerden.
Gangbaarheid
- Het woord valuteerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.