valuteren

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • va·lu·te·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

valuteren [2]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
valuteren
valuteerde
gevaluteerd
zwak -d volledig
  1. bepalen van de datum waarop de rente van een tegoed of schuld start
    • ABN AMRO laat in een reactie weten dat het zich aan de regels houdt en een eventuele rechtszaak met vertrouwen tegemoet ziet. „Wij valuteren als compensatie voor de verlieslatende consumentenbetalingen”, aldus een woordvoerder. „Maar er is geen sprake van dat klanten te veel rente betalen. Hoe het werkt, staat allemaal op onze website. Hoewel ik toegeef dat het transparanter kan.” [3] 
    • “Zolang enkele partijen de indruk wekken dat er nu sprake is van gratis betalingsverkeer, verwacht ik van de andere banken geen stappen', zegt hij. De Rabobank trok haar tariefvoorstellen een paar jaar geleden schielijk in toen met name de Postbank onderstreepte vast te houden aan 'gratis' (binnenlands) betalingsverkeer. “Ook op andere manieren zijn de kosten terug te verdienen, bijvoorbeeld door valuteren. Dat levert jaarlijks 700 miljoen gulden op', aldus Blocks. Valutering is de gewoonte van veel banken om geld zonder rentevergoeding enkele dagen vast te houden. [4] 
Vertalingen

Gangbaarheid

78 % van de Nederlanders;
62 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen