vademt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • va·demt

Werkwoord

vervoeging van
vademen

vademt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vademen
    • Jij vademt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vademen
    • Hij vademt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vademen
    • Vademt! 

Gangbaarheid