vaccinerende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vac·ci·ne·ren·de
Werkwoord
vervoeging van: | vaccineren |
vaccinerende
- verbogen vorm van vaccinerend, het onvoltooid deelwoord van vaccineren
Gangbaarheid
- Het woord 'vaccinerende' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.