utiliseer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- uti·li·seer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
utiliseren |
utiliseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van utiliseren
- Ik utiliseer.
- gebiedende wijs van utiliseren
- Utiliseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van utiliseren
- Utiliseer je?