urbefolkninger

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • ur·be·folk·nin·ger
Woordherkomst en -opbouw
  • Noorse zelfstandignaamwoordsvorm met het voorvoegsel ur-, met het voorvoegsel be-, met het achtervoegsel -ning en met de woorduitgang -er
Naar frequentie 223126

Zelfstandig naamwoord

urbefolkninger

  1. nominatief onbepaald mannelijk en vrouwelijk meervoud van urbefolkning