Naar inhoud springen

uitraast

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 13 mei 2017 om 21:13 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *uit·raast {{-verb-|0}} {{2ps-bijz|uitrazen}}')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • uit·raast
vervoeging van
uitrazen

uitraast

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrazen
    • ... dat jij uitraast. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrazen
    • ... dat hij uitraast.