uiteennamen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uiteennamen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- uit·een·na·men
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uiteennemen |
uiteennamen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van uiteennemen
- ...dat wij uiteennamen.
- ...dat jullie uiteennamen.
- ...dat zij uiteennamen.
- ...dat wij uiteennamen.