tutoyeerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tutoyeerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- tu·toy·eer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
tutoyeren |
tutoyeerde
- enkelvoud verleden tijd van tutoyeren
- Ik tutoyeerde.
- Jij tutoyeerde.
- Hij, zij, het tutoyeerde.
- Ik tutoyeerde.