tuinierden
Uiterlijk
- Geluid: tuinierden (hulp, bestand)
- tui·nier·den
vervoeging van |
---|
tuinieren |
tuinierden
- meervoud verleden tijd van tuinieren
- Wij tuinierden.
- Jullie tuinierden.
- Zij tuinierden.
- Wij tuinierden.
- Het woord tuinierden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.