truffeerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: truffeerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- truf·feer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
trufferen |
truffeerden
- meervoud verleden tijd van trufferen
- Wij truffeerden.
- Jullie truffeerden.
- Zij truffeerden.
- Wij truffeerden.
Gangbaarheid
- Het woord truffeerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.