trissers
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tris·sers
Woordherkomst en -opbouw
- trisser met uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de trissers mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord trisser
- ▸ "En wat doet Alexander nu?" vraagt tante Gerda tijdens het jaarlijkse mosselfestijn in de Vijverstraat. Moeder antwoordt dan zeer inventief dat haar zoon intussen aan zijn specialisatiejaar is begonnen. Maar hoe de richting precies heet, is ze even vergeten. Ook Alexander is het de laatste jaren een beetje ontgaan: wat had hij zijn ouders ook alweer wijsgemaakt? Internationale betrekkingen? Zoiets, ja. Het leven van professionele bissers - of trissers, zo u wil - kan zwaar zijn.[1]
Gangbaarheid
- Het woord trissers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie RE“Bissers en trissers: de verzinselen van de eeuwige student” (13 oktober 2003) op guido.be