traites

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trai·tes
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de traitesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord traite

Gangbaarheid


Frans

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de Fransmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord traite

Werkwoord

vervoeging van
traiter

traites

  1. tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van traiter
  2. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van traiter