tragen
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Duits
Uitspraak
- IPA: /ˈtʀaːgŋ̍/
Woordafbreking
- tra·gen
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
tragen |
trug |
getragen |
Klasse 6 sterk | volledig |
Werkwoord
tragen