toejuichte
Uiterlijk
- Geluid: toejuichte (hulp, bestand)
- toe·juich·te
vervoeging van |
---|
toejuichen |
toejuichte
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van toejuichen
- ... dat ik toejuichte.
- ... dat jij toejuichte.
- ... dat hij, zij, het toejuichte.
- ... dat ik toejuichte.
- Het woord toejuichte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.