toe-eigenden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- toe-ei·gen·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
toe-eigenen |
toe-eigenden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van toe-eigenen
- ...dat wij toe-eigenden.
- ...dat jullie toe-eigenden.
- ...dat zij toe-eigenden.
- ...dat wij toe-eigenden.