tjirpt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tjirpt

Werkwoord

vervoeging van
tjirpen

tjirpt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tjirpen
    • Jij tjirpt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tjirpen
    • Hij tjirpt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van tjirpen
    • Tjirpt! 

Gangbaarheid