thuisstuurt
- Geluid: thuisstuurt (hulp, bestand)
- thuis·stuurt
vervoeging van |
---|
thuissturen |
thuisstuurt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuissturen
- Jij thuisstuurt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuissturen
- Hij thuisstuurt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van thuissturen
- Thuisstuurt!
- Het woord 'thuisstuurt' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.