terugwandelende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- te·rug·wan·de·len·de
Werkwoord
vervoeging van: | terugwandelen |
terugwandelende
- verbogen vorm van terugwandelend, het onvoltooid deelwoord van terugwandelen
vervoeging van: | terugwandelen |
verbogen vorm: | terugwandelendee |
terugwandelende