temperatuurde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tem·pe·ra·tuur·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
temperaturen |
temperatuurde
- enkelvoud verleden tijd van temperaturen
- Ik temperatuurde.
- Jij temperatuurde.
- Hij, zij, het temperatuurde.
- Ik temperatuurde.