te pakken hebben

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te pak·ken heb·ben

Frase

te pakken hebben

  1. iets gaan begrijpen zodat je het kunt
    • Na veel oefenen had hij de nieuwe operatie techniek goed te pakken. 
  2. een ziekte hebben
    • Hij heeft de griep te pakken 
  3. verliefd zijn op iemand
    • Hij heeft het weer helemaal te pakken.