task

Uit WikiWoordenboek

Engels

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

task

  1. taak, opdracht
    «As a reward for finishing these twelve treacherous tasks, Heracles was given the gift of immortality after his death by his father Zeus.»
    Als beloning voor het volbrengen van deze twaalf riskante opdrachten kreeg Herakles na zijn dood de gift van de onsterfelijkheid van zijn vader Zeus.