tantaliseerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tan·ta·li·seer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
tantaliseren |
tantaliseerde
- enkelvoud verleden tijd van tantaliseren
- Ik tantaliseerde.
- Jij tantaliseerde.
- Hij, zij, het tantaliseerde.
- Ik tantaliseerde.