tantaliseerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tan·ta·li·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
tantaliseren

tantaliseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van tantaliseren
    • Ik tantaliseerde. 
    • Jij tantaliseerde. 
    • Hij, zij, het tantaliseerde.