sørge

Niet te verwarren met: Sorge

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ˡsœɾgə/

Woordafbreking

• sør·ge

Woordherkomst en -opbouw

• Afkomstig van het Oudnoorse werkwoord syrgja.

Naar frequentie	1766

vervoeging
onbepaalde wijs	sørge	sørge
tegenwoordige tijd	sørger	sørger
verleden tijd	sørget sørga	sørgde
voltooid deelwoord	sørget sørga	sørgd
onvoltooid deelwoord	sørgende	sørgende
lijdende vorm	sørges	sørges
gebiedende wijs	sørg	sørg
vervoegingsklasse	Klasse 1 sterk	Klasse 3 sterk
opmerking	optioneel	optioneel

Werkwoord

sørge

1. onovergankelijk rouwen, treuren

Afgeleide begrippen

• sørgelig
• sørgende
• sørgmodig
• sørgmodighet

Typische woordcombinaties

• sørge over tapet av en venn

rouwen om het verlies van een vriend

Afgeleide begrippen

• sørge for