synchroniseert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • syn·chro·ni·seert

Werkwoord

vervoeging van
synchroniseren

synchroniseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van synchroniseren
    • Jij synchroniseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van synchroniseren
    • Hij synchroniseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van synchroniseren
    • Synchroniseert!