sympathiseerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sym·pa·thi·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
sympathiseren

sympathiseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van sympathiseren
    • Ik sympathiseerde. 
    • Jij sympathiseerde. 
    • Hij, zij, het sympathiseerde.