suprapubisch
Uiterlijk
- su·pra·pu·bisch
stellend | |
---|---|
onverbogen | suprapubisch |
verbogen | suprapubische |
suprapubisch
- boven het schaambeen door de huid ingebracht (in plaats van via de urinebuis)
- De patiënt had een suprapubische katheter.
- Het woord 'suprapubisch' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.