sumoworstel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • su·mo·wor·stel
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
sumoworstelen

sumoworstel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sumoworstelen
    • Ik sumoworstel. 
  2. gebiedende wijs van sumoworstelen
    • Sumoworstel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sumoworstelen
    • Sumoworstel je? 
    • Het tarief voor niet-leden is 8,50 euro p.p.; Als lid sumoworstel je al voor 6,50 euro p.p. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen