subsidieert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: subsidieert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sub·si·di·eert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
subsidiëren |
subsidieert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van subsidiëren
- Jij subsidieert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van subsidiëren
- Hij subsidieert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van subsidiëren
- Subsidieert!