stuiptrekt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stuiptrekt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- stuip·trekt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
stuiptrekken |
stuiptrekt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stuiptrekken
- Jij stuiptrekt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stuiptrekken
- Hij stuiptrekt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van stuiptrekken
- Stuiptrekt!