studeerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: studeerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- stu·deer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
studeren |
studeerden
- meervoud verleden tijd van studeren
- Wij studeerden.
- Jullie studeerden.
- Zij studeerden.
- Wij studeerden.